
Raya, mijn spiegel in het donker
Drie jaar geleden kreeg ik een burn-out. Het was februari. In maart, vlak daarna, overleed onze hond – na 11,5 jaar samen. Alles viel weg. Mijn energie, mijn houvast, mijn troost. Ik raakte in een diep zwart gat.
In diezelfde maand begon ik, bijna instinctief, te zoeken naar een hondje. Ik wist toen nog niet dat ik op zoek was naar iets veel groters: verbondenheid, rust, iets dat me zou helpen om überhaupt weer te kunnen voelen. Vijf weken later haalde ik Raya op. En sindsdien zijn we onafscheidelijk geweest. Soms letterlijk. Heel af en toe een nachtje zonder elkaar, maar verder waren we altijd samen.
Tot nu.
Ik zit op dit moment in Griekenland. Een prachtige plek. Zon, zee, rust. Alles wat mensen onder “genieten” verstaan. Maar ik voel het niet zoals anders. Ik ervaar de reis op een manier die ik moeilijk kan uitleggen. Alsof er iets mist. Alsof mijn zenuwstelsel het niet helemaal aandurft om echt te ontspannen.
Want Raya is in Nederland. Bij mijn moeder. En ik mis haar
Het gemis raakt iets ouds
Dit gemis voelt anders dan gewoon heimwee. Het is rauwer. Verdrietiger. Onrustiger. En ik herken het gevoel. Het lijkt op hoe ik me destijds voelde, in het begin van mijn burn-out: alsof de grond onder mijn voeten verdwijnt zodra ik alleen ben.
Het gekke is: ik weet dat Raya het ook moeilijk heeft. Ze blaft als ik haar even achterlaat in de auto. Ze is onrustig zonder mij. En ik weet ook dat dat niet alleen haar verlatingsangst is – dat is ook van mij. Ik heb dat op haar geprojecteerd. Ze draagt iets van mij wat eigenlijk niet van haar is.
Dat is mijn stuk. Mijn struggle. En het is pijnlijk om dat zo helder te zien. Maar ook bevrijdend.
De les in de afstand
Raya heeft mij er doorheen geholpen. Ze was mijn steun, mijn veiligheid, mijn dagelijks ritme. En nog steeds is ze dat. Maar nu ik haar even moet missen, zie ik hoe afhankelijk ik ben geworden van die veiligheid buiten mezelf.
Misschien is dit wat deze reis me wil laten voelen: dat ik ook zonder haar, zonder die constante nabijheid, oké kan zijn. Dat ik opnieuw mag leren vertrouwen – in mezelf, in het leven, in de stilte.
Niet omdat ik haar minder nodig heb. Maar omdat ik mezelf meer mag gaan dragen.
Reactie plaatsen
Reacties